Cannabisverslaving: kenmerken, symptomen en risico’s

Cannabis is de verzamelnaam voor hasj en wiet. De belangrijkste stof in cannabis is THC (tetrahydrocannabinol). Het komt via je longen of maag terecht in je bloed en vervolgens in je hersenen. Cannabis komt het snelst in je hersenen als het rookt en minder snel als je het eet of drinkt. THC zorgt ervoor dat je je high of stoned voelt. Cannabis is zowel geestelijk als lichamelijk verslavend. Je krijgt ook ontwenningsverschijnselen als je stopt met cannabis.

Ontwenningsverschijnselen die je kan ondervinden zijn slapeloosheid, rusteloosheid en prikkelbaar zijn. Deze verschijnselen treden vooral op in de eerste twee weken nadat je gestopt bent. Daarna nemen die klachten af, maar het verlangen naar cannabis blijft wel. Cannabis werkt dus erg verslavend.

• Je gebruikt meer cannabis dan je zou willen
• Je besteedt veel tijd aan het gebruiken (en bijkomen) van cannabis
• Je werk, school, hobby’s en sociale bezigheden hebben te leiden onder het gebruik
• Je moet steeds meer cannabis gebruiken om hetzelfde effect te bereiken.
• Je krijgt last van ontwenningsverschijnselen als je stopt
• Doorgaan met gebruiken van cannabis ondanks dat het voor problemen zorgt
• Je gaat door met het gebruiken van cannabis ondanks dat het gebruik voor problemen zorgt.
• Je kunt niet stoppen

Een cannabisverslaving brengt veel risico’s met zich mee. Hier een aantal op een rijtje:

• Cannabis beïnvloedt je korte termijn geheugen. 
• Je kunt een bad trip krijgen. Je voelt je dan ziek en angstig. 
• Het is mogelijk dat je in een psychose belandt.
• Je bloeddruk daalt waardoor je jezelf minder goed kunt concentreren.
• Op de lange termijn kan cannabisgebruik zorgen voor psychische klachten zoals depressie. 
• Roken van wiet of hasj is slecht voor je longen.
• Angstgevoelens
• Gevoelens van de-realisatie
• Verminderde concentratie
• Vermoeidheid
• Rode, doorlopen ogen krijgen met wijdere pupillen
• Een droge mond
• Koude vingers, tenen en neus
• Hoofdpijn
• Een verhoogde hartslag
• Een daling of, bij regelmatig gebruik, juist een stijging van uw bloeddruk
• Gevoel van schokken in het hoofd
• Slappe spieren en spiertrekkingen
• Tintelingen
• Zichtproblemen
• Misselijk- en duizeligheid.

Als je stopt met cannabis kun je ontwenningsverschijnselen krijgen. Deze treden vooral op in de eerste twee weken nadat je gestopt bent. Daarna nemen die klachten af, maar het verlangen naar cannabis blijft wel.

• Slapeloosheid, vooral in de eerste dagen na het stoppen.
• Rusteloosheid en een gevoel van innerlijke onrust.
• Prikkelbaarheid en stemmingswisselingen.
• Aanhoudend verlangen naar cannabis, zelfs nadat andere klachten afnemen.